Spiersparende heupprothese

De heupprothese geplaatst tussen de spieren door.

Heupprothese via anterieure toegang

Algemene informatie

Spiersparende heupprothese

Er worden geen spieren doorgenomen

 

U wenst een spiersparende heupprothese te laten plaatsen? Dit is een grote stap, en vergt een hele inspanning en revalidatie. Toch zijn de meeste mensen zeer tevreden na dergelijke ingreep. Veel hangt af van de informatie die u als patiënt op voorhand verkregen heeft.
Daarom doen dr. Ghijselings en zijn team hun uiterste best om u maximaal te ondersteunen bij uw beslissing.

Een (spiersparende) heupprothese is aangewezen wanneer de pijnklachten afkomstig van de heup niet meer onder controle raken met andere maatregelen zoals aanpassingen van de levensstijl, pijnstillende medicatie of infiltraties.
De meest frequente reden tot het plaatsen van een heupprothese is artrose (coxartrose). Hierbij is de kraakbeenlaag al dan niet volledig aangetast.

Andere frequente redenen zijn onder andere avasculaire necrose van de heup, reuma of heupdysplasie

Doorsnede door de heup

Bij de direct anterieure (spiersparende) benadering wordt gebruikt gemaakt van een natuurlijk interval tussen de spieren aan de voorzijde van de heup om de heupprothese te plaatsen. Het litteken ligt eerder aan de voorzijde van het been in plaats van aan de zijkant (laterale benadering) of ter hoogte van de bil (posterieure benadering).

Oppervlakkig loopt het interval tussen de Tensor fascia lata en de Sartorius spier. In de diepte ligt het tussen de bilspieren (gluteï) en de rectus femoris.

Omdat er bij een anterieure benadering geen spieren worden doorgesneden verloopt de initiële revalidatie vlotter. Het is vaak mogelijk om de dag van de ingreep reeds in de kamer rond te stappen. Krukken kunnen sneller achterwege gelaten worden. De duur van de hospitalisatie kan ook worden verminderd naar 3 tot 4 dagen.

Een ander voordeel is dat de kans op ontwrichting (luxatie) van de prothese zeer gering is. De patiënt ligt tijdens de operatie op de rug waardoor het gemakkelijk is om de beenlengte te controleren en waardoor grote verschillen zeldzaam zijn.

Gezien er aan de spieren getrokken wordt tijdens deze ingreep kan er soms wat pijn optreden in het hele bovenbeen de eerste dagen na de ingreep (vooral bij mannen). Dit verdwijnt spontaan. Tijdelijke pijnstilling en ijsapplicaties zijn dan aangewezen.

De nervus cutaneus femoris lateralis is een huidzenuw die dicht in de buurt van de incisie loopt. Vaak zal er na de operatie een zone aan de zijkant van het bovenbeen “dof” aanvoelen. Gelukkig verdwijnt deze dofheid meestal spontaan. In zeldzame gevallen kan dit aanleiding geven tot een pijnlijk gevoel bij aanraking van de huid (Meralgia Paresthetica).

In principe kan een anterieure benadering bij elke patiënt worden uitgevoerd. In sommige gevallen kan soms een andere benaderingsweg worden voorgesteld. Zo wordt de toegang bemoeilijkt bij revisie-operaties, een afwijkende anatomie, voorgaande operaties, bepaalde huidaandoeningen of oudere littekens.

Soorten heupprothese

Er zijn een aantal verschillende soorten heupprotheses:

  • De totale heupprothese: hierbij wordt zowel het acetabulum (pan) als de femurkop vervangen. De acetabulaire component wordt de “cup” genoemd. De kop van de prothese is gefixeerd op een steel die vast zit in het dijbeen (femur). Dit is veruit het meest geplaatste type prothese.
  • De bipolaire heupprothese: het acetabulum wordt hierbij niet vervangen. Dit type prothese is voorbehouden voor patiënten op hoge leeftijd die een femurhalsfractuur oplopen.

Gebruikte materialen

 

In functie van anatomie en botkwaliteit worden verschillende materialen gebruikt.

De cup en de steel van de prothese zijn gemaakt van titanium. Dit biocompatibel materiaal is zeer sterk en ideaal voor ingroei in het bot. Afstotingsverschijnselen en allergie aan deze materialen is extreem zeldzaam.

 

 

Keramiek voor medisch gebruik is zeer slijtage resistent. De kopjes van de heupprotheses zijn steeds uit dit materiaal vervaardigd. De binnenzijde van de heupkom kan hier ook mee bedekt worden. Dit geniet de voorkeur bij patiënten jonger dan 50 jaar.

Polyethyleen is een hard soort plastic. De binnenzijde van de heuppan kan hiermee bedekt worden. Dit type materiaal geniet de voorkeur bij patiënten ouder dan 60 jaar.

poly liner

In de meeste gevallen wordt ook een cementloze steel geplaats. Indien de botkwaliteit onvoldoende is, bv. door osteoporose, ouderdom of langdurige ziekte kan soms een gecementeerde steel gebruikt worden. In beide gevallen is een langdurige fixatie verzekerd.

Voor de operatie

Vooraf

Preoperatieve raadpleging

Alvorens een operatie gepland kan worden dienen een aantal voorbereidingen getroffen te worden:

  • Preoperatieve raadpleging bij de anesthesist: ter bespreking van het type verdoving, nazicht van de thuismedicatie. Vaak dient een ECG en bloedname te gebeuren. Eventuele bijkomende onderzoeken kunnen nodig zijn zoals vb. een cardiologisch nazicht.
  • Maandelijks worden er informatiesessies georganiseerd waarbij de hele procedure en revalidatie overlopen worden door het hele team van artsen, verpleegkundigen, kinesisten en ergotherapeuten. De planning van deze informatie sessies kan u hieronder terugvinden. Wij raden alle patiënten ten zeerste aan deze sessies bij te wonen.
  • Preoperatieve templating radiografie : een bijkomende RX met speciale marker wordt voor de ingreep uitgevoerd om de prothese digitaal te kunnen inplannen.
  • In geval van tandproblemen is het aangewezen deze te laten behandelen voor de operatie. Bij dergelijke ingrepen is er een risico dat er bacteriën zich via de bloedbaan op een prothese kunnen vasthechten.
  • Volg een infosessie!
Decontaminatie

Infecties van een prothese worden vaak veroorzaakt door bacteriën die op de huid voorkomen. Om het risico hierop te verminderen dient u zich vanaf 5 dagen voor de ingreep met een ontsmettende zeep te wassen.

De voorschriften en gebruiksinstructies hiervoor zal u krijgen op de preoperatieve consultatie.

Word fit!

Rookstop

Rokers hebben een sterk verhoogd risico op problemen na de ingreep: wondproblemen, infectie van de prothese, slechte ingroei van de prothese, longembolieën, thromboses, hartinfarct….

 Het is dan ook absoluut noodzakelijk om minimum 2 maanden voor de ingreep te stoppen met roken.

 Voor begeleiding bij uw rookstop kan u hier terecht.

 

Overgewicht

Obesitas en overwicht zijn eveneens belangrijke risicofactoren voor wondproblemen en infectie van de prothese. Daarnaast zijn ook tal van andere complicaties frequenter: longembolen, longontsteking, thromboses,…

Het nastreven van een gezond gewicht vermindert het risico op deze complicaties. Bij een BMI > 40kg/m² is een operatie tegenaangewezen.

Het is ook wetenschappelijk aangetoond dat patiënten niet vermageren na het plaatsen van een heupprothese. Het bereiken van een gezond gewicht voor de ingreep is dus belangrijk.

Meer informatie over gezonde voeding vind u hier.

 

Ontslag?

Bereid uw revalidatie voor

Contacteer reeds een kinesist die u na de ingreep zal begeleiden.

Oefen reeds het stappen met krukken en de transfers. Instructies kan u hier vinden.

Bereid uw ontslag voor

Na 3 tot 4 dagen bent u in staat om het ziekenhuis te verlaten.  Plan voor de ingreep waar u zal verblijven tijdens uw revalidatie. Indien een verblijf in een revalidatiecentrum gewenst is, dient dit voor de opname in het ziekenhuis geregeld te worden. Vraag hulp aan de sociaal assistente zo nodig.

Sociale dienst

Operatiedag

Opname

De opname is voorzien om 7u de ochtend van de operatie. Patiënten die als eerste geopereerd worden zullen de avond voor de ingreep opgenomen worden. U dient nuchter te zijn vanaf middernacht. Het drinken van een kleine hoeveelheid water (enkel plat water!) is wel toegelaten tot 4u voor de ingreep.

Anesthesie

De ingreep kan gebeuren via een algemene verdoving of via een spinale anesthesie (ruggenprik). Dit kan u bespreken met uw chirurg en anesthesist.
Voor bijkomende pijnstilling na de ingreep wordt gebruikt gemaakt van lokale anesthetica (Fascia iliaca blok of lokale infiltratie na de ingreep).

Operatie

U komt eerst in een voorbereidingsruimte waar een infuus wordt geplaatst. In de operatiezaal zorgt de anesthesist voor de verdoving. Voor uw veiligheid blijft deze tijdens de hele ingreep in de operatiezaal om alle nodige controles uitvoeren.
De ingreep zelf duurt ongeveer 1 tot 1.5u. Nadien verblijft u ongeveer een tweetal uur op de ontwaakruimte.

Wanneer u terug op de kamer bent zal een kinesist langskomen en de eerste oefeningen met u doorlopen. Aanvankelijk gebeuren de oefeningen in bed, maar indien u zich goed voelt kan u reeds de eerste stappen zetten binnen uw kamer.

Waar ligt de incisie?

Klassieke incisie

Bikini-incisie

Naargelang de voorkeur van arts en patiënt kan de spiersparende heupprothese ook geplaatst worden via een “bikini-incisie.”

Hospitalisatie

Postoperatief

Na de operatie
  • Tijdens de operatie wordt een lokale verdoving toegediend waardoor de pijn de eerste uren na de ingreep vaak beperkt is, maar naar de avond toe is dit vaak uitgewerkt. Neem alle pijnstilling die u wordt aangeboden, ook als u op dat moment nog weinig pijn voelt.
  • Drink voldoende water
  • Beweeg! Na de ingreep wordt een kussen tussen de benen geplaatst tot de ochtend na de operatie. U dient het been echter zeker niet stil te houden. Beweeg met beide voeten, u mag de knie buigen tot uw voet vlak op het bed staat.
  • Indien u zich fit genoeg voelt zal de kinesist u in de namiddag reeds de eerste stapjes laten zetten op uw nieuwe heup.
Dag 1 na de ingreep
  • Bloedafname ter bepaling van het hemoglobine
  • Het infuus wordt verwijderd na de laatste gift antibiotica.
  • Indien een redon (drain) geplaatst werd, wordt deze verwijderd.
  • De pleister blijft ter plaatse.
  • Zwelling rond de wonde is normaal.
  • U stapt met looprekje of 2 krukken in de kamer of in de gang.
  • Na de oefeningen dienen ijsapplicaties te worden toegepast.
  • Vooral mannen hebben vaak last van spierstijfheid.
  • Koorts tot 38,5° is normaal de eerste 2 tot 3 dagen na de ingreep en is een natuurlijke reactie van het lichaam.
  • U krijgt ’s avonds een inspuiting in de buik tegen thrombose. Bij het ontslag worden deze inspuitingen vervangen door medicatie.
Dag 2 na de ingreep
  • Een radiografie van de heup en het bekken worden genomen om de positie van de componenten na te kijken.
  • Kiné: stappen met 2 krukken in de gang, oefenen in de oefenzaal.
  • Mannen kunnen nog steeds last hebben van spierstijfheid: voldoende beweging is cruciaal.
  • Leg nog steeds ijs na de oefeningen.
  • Indien ontslagcriteria bereikt zijn is ontslag reeds mogelijk.
Dag 3 na de ingreep
  • Kiné: oefeningen worden opgedreven. Trappen doen met krukken wordt ingeoefend.
  • De pleister wordt gewisseld naar een transparante pleister.
  • Ontslag zo alle ontslagcriteria vervuld zijn.

Ontslagcriteria

Wanneer mag ik naar huis?
  • U bent medisch ontslagklaar indien volgende voorwaarden vervuld zijn:

    • Droge en propere wonde
    • Pijn onder controle
    • Kiné doelstellingen bereikt: stappen met krukken, transfers & trappen op een veilige manier mogelijk.

    De exacte dag van ontslag wisselt sterk van persoon tot persoon en hangt oa. af van uw leeftijd, uw algemene gezondheid, de ernst van de artrose en de toestand van de spieren. Gemiddeld verblijven mensen 3 tot 4 dagen in het ziekenhuis.

Terug thuis

Aandachtspunten

De eerste weken na de ingreep

De revalidatie thuis gebeurt onder begeleiding van de kinesist. In het voorschrift vindt u specifieke richtlijnen terug betreffende mobilisatie, steunname en uw revalidatie in het algemeen.

Meestal dient u gedurende vier weken krukken te gebruiken om het been te ontlasten en om het valrisico te beperken.

Het is normaal dat u de eerste weken nog regelmatig spierpijn zal ondervinden. Neem voldoende rust in acht en neem zo nodig nog een pijnstiller. Vergeet ook niet om nog tot 3 maal per dag ijsapplicaties toe te passen na de oefeningen.

Ook zwelling van het been is nog perfect normaal. Deze zwelling zal door de zwaartekracht langzaam afzakken naar de knie.

Tot 30% van de mensen hebben na de ingreep een “doof” gevoel aan de buitenzijde van het bovenbeen. Dit trekt langzaam weg, maar kan verschillende weken en uitzonderlijk zelfs maanden duren.

Indien er problemen optreden met de wonde dient u onmiddellijk het ziekenhuis te contacteren (zie onder).

Medicatie
  • Ter preventie van bloedklonters in het been (diepe veneuze thrombose) wordt er bloedverdunnende medicatie voorgeschreven. Dit kan onder de vorm van dagelijkse injecties in de buik (door de thuisverpleegkundige), maar meestal wordt gebruik gemaakt van medicatie in orale vorm (Xarelto ™). U dient deze gedurende 30 dagen in te nemen.
  • Na een operatie kunnen er soms calcificaties ontstaan in de spieren. Om dit te voorkomende dient u gedurende 2 weken een ontstekingsremmer te nemen. Dit steeds bij de maaltijd en te stoppen indien u maaglast zou krijgen.
  • Verder dient u er rekening mee te houden dat pijnstillers de eerste weken na een heupprothese nog noodzakelijk kunnen zijn. Neem deze voldoende zodat u goed de oefeningen kan blijven doen.
Steunkousen

Standaard worden er geen steunkousen voorgeschreven na de ingreep. Enkel indien u een voorgeschiedenis heeft van thromboses of een hoog risico hiervoor heeft, zullen deze worden voorgeschreven. Het is normaal dat u na de operatie wat zwelling van het been kan hebben. Door te bewegen wordt dit overtollige vocht opnieuw uit het been weggepompt.

Thuiszorg
  • Bij ontslag komt er een transparante pleister over de wonde. Deze is waterafstotend en dient niet vervangen te worden. Indien deze toch zou loskomen kan een thuisverpleegkundige deze komen vervangen. De wonde dient u na 2 weken bij de huisarts te laten controleren. De hechting is van resorbeerbaar materiaal en enkel de lusjes aan de uiteindes dienen afgeknipt te worden.
  • Voor hulp bij het wassen en/of aankleden kan een thuisverpleegkundige worden ingeschakeld. Laat tijdens uw opname aan de zaalarts weten of u hier nood aan heeft.

Afspraken

Controles na de ingreep:
  • Na 6 weken: controle met radiografie. De positie van de prothese wordt gecontroleerd evenals de heling van de wonde.
  • Na 1 jaar: controle met radiografie. Beoordeling van de ingroei van de prothese.
  • Verdere controle in functie van de klachten.
Monitoring van kwaliteit

In het UZ Leuven is het bewaken van de kwaliteit van onze ingrepen één van onze prioriteiten. Er zal u dan ook gevraagd worden om op regelmatige basis vragenlijsten in te vullen. Dit helpt uw arts om uw revalidatie te volgen en laat ons toe de zorg voor de patiënten in de toekomst te verbeteren. 

Op dit moment wordt hiervoor het MoveUp Platform gebruikt. Meer info vindt u hier.

Complicaties

Alarmtekens postoperatief:

Indien u na ontslag één van onderstaand symptomen vertoont, dient u onmiddellijk contact op te nemen met de dienst orthopedie van het UZ Leuven.
Contactgegevens:
8u – 17u: Secretariaat Orthopedie 016/33 88 27
17u – 8u: Spoedgevallen: wachtdienst orthopedie: 016/34 39 00

  • Hoge koorts na ontslag uit het ziekenhuis kan wijzen op infectie.
  • Wondlekkage: bij ontslag dient de wonde droog te zijn. Indien deze opnieuw wondvocht zou draineren, kan dit ook een teken zijn van infectie
  • Onmogelijkheid om op het been te steunen: dit kan wijzen op ontwrichting.
  • Plotse verkorting van het been: dit kan wijzen op ontwrichting of fractuur.

 

Laattijdige complicaties:

Zoals bij iedere ingreep zijn er ook risico’s verbonden aan het plaatsen van een spiersparende heupprothese. De kans op complicaties is gelukkig zeer klein. De voornaamste zijn hier samengevat.

  • Infectie van de prothese: in de meeste gevallen is een heroperatie (spoeling of vervangen van de prothese) aangewezen. Tijdens en na de ingreep wordt steeds preventief antibiotica gegeven om dit risico te beperken.
  • Luxatie of ontwrichting: hierbij komt het bolletje uit de kom. Dit kan optreden na een val of bij het uitvoeren van extreme draaibewegingen. Tijdens de opname zal de kinesist met u overlopen welke bewegingen te vermijden zijn. Het risico op luxatie is het grootste de eerste 3 maanden na een operatie.
    Het risico is veel lager bij een spiersparende anterieure benadering.
  • Periprosthetische fractuur: hierbij treedt er een breuk op van het bot rondom de prothese. Indien de prothese nog goed gefixeerd is kan deze behouden worden en wordt het bot gefixeerd. Zo de prothese echter los zit, wordt deze vervangen.

 

Overige vragen

Hoe lang gaat een heupprothese mee?

De meeste protheses gaan 15 tot 20 jaar mee. Studies tonen aan dat de ‘overleving’ van een prothese na 15 jaar 95% is en na 20 jaar 85 – 90%. Dit is afhankelijk van een aantal factoren zoals de leeftijd en het gewicht van de patiënt, het activiteitsniveau of de ernst van de aantasting van de heup voor de operatie.

Slijtage en loslating van een prothese komen steeds minder voor door verbeterde materialen. Periprosthetische fracturen, luxaties en infectie worden wel frequenter met het ouder worden van de populatie.

Sporten?

Sporten is zeker mogelijk na een heupprothese. Wel dient het risico op vallen beperkt te worden gezien dit een gevaar inhoudt voor luxaties en fracturen. Sporten met geringe schokbelasting zoals wandelen, fietsen, golfen of zwemmen zijn aan te raden. Sporten zoals joggen, tennis, skiën, volleybal lukken meestal ook.
Andere (contact)-sporten zijn dan weer af te raden (gevechtssport, voetbal, rugby,…). Bespreek dit steeds met uw arts.

Slapen?

De eerste nacht dient u op de rug te slapen met een kussen tussen de benen. Nadien mag u in principe slapen hoe u dit verkiest. De beste houdingen zijn evenwel op de rug of op de geopereerde zijde. Indien u op de niet geopereerde kant slaapt, is het vaak comfortabeler om een kussen tussen de benen te plaatsen de eerste weken na de ingreep.

Autorijden?

Er zijn geen strikte richtlijnen hierover. Uit voorzorg adviseren we om pas opnieuw auto te rijden vanaf 6 weken na de operatie. Tijdens de controle raadpleging wordt gecontroleerd of u hier al dan niet al toe in staat bent.

Reizen?

De metaaldetectoren in de luchthaven kunnen inderdaad de aanwezigheid van een heupprothese detecteren, wat aanleiding kan geven tot een verdere controle. Er zijn geen specifieke attesten beschikbaar waardoor u officieel kan bewijzen dat het om een prothese gaat.
Bent u van plan het vliegtuig te nemen de eerste maand na het plaatsen van de prothese? Bespreek dit dan zeker met uw arts gezien het risico op een bloedklonter (trombose) hierdoor verhoogd kan zijn. Soms zijn bijkomende maatregelen nodig.

Antibiotica?

Indien u een andere operatie dient te ondergaan is het belangrijk te vermelden dat u een heupprothese heeft. Tijdens bepaalde procedures (vb. tandextractie, gastroscopie) kunnen immers bacteriën in de bloedbaan terecht komen die zich vervolgens vast kunnen zetten op de prothese. Om dit te vermijden dienen antibiotica toegediend te worden. Dit is vooral van belang de eerste 2 jaar na de heupoperatie.

Mondhygiëne en uw heupprothese?

Een goede mondhygiëne voor de operatie is belangrijk om het risico op infectie te verkleinen. Een tandabces kan namelijk bacteriën afgeven via de bloedbaan en tot een infectie van de heupprothese leiden. Laat daarom indien nodig uw tanden bij de tandarts nakijken.
Tips voor een goede mondhygiëne zijn terug te vinden via deze link.

 

Werkhervatting?

Het moment van werkhervatting is sterk variabel en hangt vanzelfsprekend sterk af van het type werk. Een voornamelijk zittende job kan meestal hervat worden vanaf 6 weken na de ingreep. Lang zitten zal echter nog moeilijk zijn en u zal regelmatig eens moeten rechtstaan. Zwaardere arbeid is vaak pas mogelijk vanaf 3 maand na de operatie.

     

    Seksuele betrekkingen?

    Mensen die kandidaat zijn voor een totale heupprothese ervaren vaak problemen bij seksuele
    betrekkingen ten gevolge van pijn of stijfheid van de heup. Na de operatie zal de mobiliteit van de
    heup verbeteren en de pijn verdwijnen waardoor seks opnieuw aangenaam wordt voor beide
    partners.
    De eerste 6 weken na de ingreep is evenwel voorzichtigheid geboden. De wonde dient mooi te helen
    en ook het inwendig littekenweefsel wordt in deze periode gevormd. Tijdens deze eerste fase van de
    revalidatie dienen een aantal richtlijnen gevolgd te worden. Over het algemeen geldt dat diepe
    buigbewegingen in combinatie met draaibewegingen vermeden moeten worden en dat de patiënt
    een meer passieve houding aanneemt (zie afbeelding). Van zodra de heup goed genezen is kan een
    meer actieve rol gespeeld worden en vallen deze restricties weg.
    Voor verdere vragen kan u steeds terecht bij uw chirurg, verpleegkundige of kinesist.

    Login bij heupprobleem.comAssistentenzone